De kunst van het niet weglopen - Stabilitas Loci
Dit is alweer de tweede week in dit bizarre en bijzondere Corona tijdperk.
De laatste dagen lijkt onze leefwereld steeds meer te krimpen. Ook ik heb mij noodgedwongen teruggetrokken in en rondom ons huis. En wat een geluk dat ik dit samen met mijn geliefde vrouw Riemke kan doen. De voorjaarszon schijnt volop door de vensters en de tuin achter ons huis ligt stralend onder een streeploze blauwe hemel. Dit prachtig mooie miniatuurwereldje is voorlopig mijn be-leefgebied. En ondanks dat wij super gezegend zijn met een prachtig huis en een mooie tuin begin ik de begrenzing steeds sterker te voelen.
Tegelijkertijd is het voor mij ook een vreemd soort uitnodiging om rust te vinden op de plek waar ik ben. Allerlei ondernemingen, diverse projecten en uitstapjes zijn gecanceld. Dit voorjaar geen Muskathlon in Oeganda, geen inspirerende reizen, het is op de plaats rust. Het is stil nu de oppas kinderen van Riemke thuis blijven. Zelf werk ik vanuit huis en heb digitaal contact met studenten en collega’s. Deze techniek is een fantastische uitkomst maar het is beperkt en blijft behelpen.
Zo langzamerhand beginnen we allemaal een beetje op monniken te lijken die leven binnen de begrenzing van de kloostermuren. We worden allemaal uitgenodigd om te blijven op de plek waar we zijn, uitgedaagd tot ‘stabilitas loci’ één van de geloften die monniken doen, alleen heet het nu ‘stay at home’.
Om elkaar te beschermen trekken wij ons terug achter de muren van onze huizen wachtend op die beschermende muur van groepsimmuniteit. Omdat we van elkaar houden blijven we op afstand, omdat we elkaar lief hebben nodigen we elkaar niet meer uit. ’Social distance’ als uiting van naastenliefde.
Een oude broeder in een klooster zei eens: ‘De muur rond onze abdij is er niet om de wereld buiten te sluiten, maar vormt een filter dat alleen de diepere dimensie van het leven binnen wil laten komen.’ Door deze lockdown light kunnen we voorlopig niet meer in de breedte leven, niet meer vrijuit grensoverschrijdend alle kanten uit bewegen. Afstand is op dit moment een beschermend filter. Geen beweging meer in de breedte. Wat blijft is hoogte en diepte.
In onze tuin staat een grote Beuk. Hij stond er al toen wij hier kwamen wonen. Jarenlang dwarrelen zijn bladeren in de herfst en ieder voorjaar worden zijn kale takken zacht en ontvouwen zich zijdezachte blaadjes. Elke zomer opnieuw geeft zijn donkerrode blad volop schaduw.
Ik kijk naar hem omhoog en zie hoe zijn kale takken zich uitstrekken naar de grenzeloze lucht. De enorme kroon van takken weerspiegeld het netwerk aan verborgen wortels in de grond. Ineens besef ik dat een boom zich sowieso niet kan verplaatsen. Een boom moet groeien en bloeien waar hij geplant is. Een boom kan slechts in de hoogte en diepte groeien.
Wat wil deze beuk mij vertellen, welke wijsheid gaat er schuil onder zijn gladde bast? Deze boom is een inspirerend voorbeeld van stabilitas. De kunst om niet weg te lopen en je bestendig tonen tegenover de plek waar je bent. Stabilitas zodat je dieper en dieper kunt wortelen. Stabilitas zodat je hoger en hoger kunt reiken. Deze lockdown wordt hierdoor ineens een retraite, een uitnodiging om in geloof, in gevoelens en in gedachten hoger te reiken, op zoek naar God. Een tijd van bezinning om in vertrouwen en geduld dieper te wortelen op zoek naar wie je werkelijk bent en mag zijn. Een boom gaat niet op reis op zoek naar de zon maar wacht geduldig totdat ze in de lente weer terugkomt. Hij vertrouwt hierop want tot nu toe heeft ze hem nooit tevergeefs laten wachten. De seizoenen komen en gaan aan hem voorbij, ook het seizoen van stilstand.
Voorlopig blijf ik in de buurt van deze beuk. Ik kijk hoe de zon aan de ene kant van het huis opkomt en aan de andere kant weer ondergaat. Ik ga af en toe op expeditie in mijn eigen tuin, laat me verrassen door pimpelmees, roodborstje, speenkruid en de krentenboom van de buren die bijna bloeit. Af en toe pauzeren mijn geliefde en ik achter in onze tuin genietend met een kop koffie in de hand. Verder reis ik in mijn gedachten en in mijn hart. In de onbegrensdheid van het gebed ontmoet ik daar onze kinderen, kleinkinderen en vrienden. Daar omhelzen we elkaar, de 1,5 meter grens hartstochtelijk overschrijdend.