Afrastering
De palen van de oude afrastering zijn verrot, net boven de grond afgebroken, door de tijd die er ongemoeid overheen is gegaan. In de afgelopen maanden is het oorspronkelijke pad weer vrij en zichtbaar gemaakt, dikke lagen bladeren weg geschept. Er is weer een weg om te gaan.
Ik ben met een nijptang druk bezig om het oude gaas weg te halen. Een mooi karwijtje voor een vrije middag in de meivakantie. Maar het hekwerk laat zich niet zomaar verwijderen. Ooit is deze begrenzing kundig aangebracht. Als grens tussen boomgaard en weiland. De oude krammen zijn vastgeroest en geven zich niet zo maar gewonnen. Het gaas en prikkeldraad is met de jaren hier en daar vergroeid met de wilg, vlier en meidoorn. Naast dit stekelig ijzerdraad schiet inmiddels ook de brandnetel weer vurig omhoog.
Grappig hoe symbolisch dit is. Oude begrenzingen, afrasteringen, hekwerk om de ene wereld te scheiden van de andere, om het ene gebied af te schermen van het andere. Afrasteringen die er voor zorgen dat je niet zomaar van het ene gebied naar het andere kon lopen. Terwijl ik met grote inspanning het gaas van de palen probeer te halen en met kracht deze palen uit de klei trek besef ik dat mijn moeite lijkt op de moeite die het soms kost om oude afweermechanismen op te ruimen. Begrenzingen die je ooit hielpen, die de wereld indeelden in binnen en buiten. Begrenzingen die de ruimte overzichtelijk maakten hebben nu zo langzamerhand hun functie verloren. Het is tijd om scheefgezakte overtuigingen, verroeste denkbeelden en vergroeide patronen op te ruimen.
Na een paar uur zwoegen en zweten kijk ik tevreden naar de boomwal die nu onbegrensd met het pad verbonden is. Het oude gaas is opgerold en klaar om afgevoerd te worden naar de stortplaats. De klus is geklaard. Alhoewel, helemaal aan het eind heb ik nog een klein stukje gaas laten zitten. De meidoorn is er helemaal doorheen gegroeid. Na een paar pijnlijke steken van de scherpe dorens laat ik dit nog maar even voor wat het is.
De kunst van het niet weglopen - Stabilitas Loci
Dit is alweer de tweede week in dit bizarre en bijzondere Corona tijdperk.
De laatste dagen lijkt onze leefwereld steeds meer te krimpen. Ook ik heb mij noodgedwongen teruggetrokken in en rondom ons huis. En wat een geluk dat ik dit samen met mijn geliefde vrouw Riemke kan doen. De voorjaarszon schijnt volop door de vensters en de tuin achter ons huis ligt stralend onder een streeploze blauwe hemel. Dit prachtig mooie miniatuurwereldje is voorlopig mijn be-leefgebied. En ondanks dat wij super gezegend zijn met een prachtig huis en een mooie tuin begin ik de begrenzing steeds sterker te voelen.
Tegelijkertijd is het voor mij ook een vreemd soort uitnodiging om rust te vinden op de plek waar ik ben. Allerlei ondernemingen, diverse projecten en uitstapjes zijn gecanceld. Dit voorjaar geen Muskathlon in Oeganda, geen inspirerende reizen, het is op de plaats rust. Het is stil nu de oppas kinderen van Riemke thuis blijven. Zelf werk ik vanuit huis en heb digitaal contact met studenten en collega’s. Deze techniek is een fantastische uitkomst maar het is beperkt en blijft behelpen.
Zo langzamerhand beginnen we allemaal een beetje op monniken te lijken die leven binnen de begrenzing van de kloostermuren. We worden allemaal uitgenodigd om te blijven op de plek waar we zijn, uitgedaagd tot ‘stabilitas loci’ één van de geloften die monniken doen, alleen heet het nu ‘stay at home’.
Om elkaar te beschermen trekken wij ons terug achter de muren van onze huizen wachtend op die beschermende muur van groepsimmuniteit. Omdat we van elkaar houden blijven we op afstand, omdat we elkaar lief hebben nodigen we elkaar niet meer uit. ’Social distance’ als uiting van naastenliefde.
Een oude broeder in een klooster zei eens: ‘De muur rond onze abdij is er niet om de wereld buiten te sluiten, maar vormt een filter dat alleen de diepere dimensie van het leven binnen wil laten komen.’ Door deze lockdown light kunnen we voorlopig niet meer in de breedte leven, niet meer vrijuit grensoverschrijdend alle kanten uit bewegen. Afstand is op dit moment een beschermend filter. Geen beweging meer in de breedte. Wat blijft is hoogte en diepte.
In onze tuin staat een grote Beuk. Hij stond er al toen wij hier kwamen wonen. Jarenlang dwarrelen zijn bladeren in de herfst en ieder voorjaar worden zijn kale takken zacht en ontvouwen zich zijdezachte blaadjes. Elke zomer opnieuw geeft zijn donkerrode blad volop schaduw.
Ik kijk naar hem omhoog en zie hoe zijn kale takken zich uitstrekken naar de grenzeloze lucht. De enorme kroon van takken weerspiegeld het netwerk aan verborgen wortels in de grond. Ineens besef ik dat een boom zich sowieso niet kan verplaatsen. Een boom moet groeien en bloeien waar hij geplant is. Een boom kan slechts in de hoogte en diepte groeien.
Wat wil deze beuk mij vertellen, welke wijsheid gaat er schuil onder zijn gladde bast? Deze boom is een inspirerend voorbeeld van stabilitas. De kunst om niet weg te lopen en je bestendig tonen tegenover de plek waar je bent. Stabilitas zodat je dieper en dieper kunt wortelen. Stabilitas zodat je hoger en hoger kunt reiken. Deze lockdown wordt hierdoor ineens een retraite, een uitnodiging om in geloof, in gevoelens en in gedachten hoger te reiken, op zoek naar God. Een tijd van bezinning om in vertrouwen en geduld dieper te wortelen op zoek naar wie je werkelijk bent en mag zijn. Een boom gaat niet op reis op zoek naar de zon maar wacht geduldig totdat ze in de lente weer terugkomt. Hij vertrouwt hierop want tot nu toe heeft ze hem nooit tevergeefs laten wachten. De seizoenen komen en gaan aan hem voorbij, ook het seizoen van stilstand.
Voorlopig blijf ik in de buurt van deze beuk. Ik kijk hoe de zon aan de ene kant van het huis opkomt en aan de andere kant weer ondergaat. Ik ga af en toe op expeditie in mijn eigen tuin, laat me verrassen door pimpelmees, roodborstje, speenkruid en de krentenboom van de buren die bijna bloeit. Af en toe pauzeren mijn geliefde en ik achter in onze tuin genietend met een kop koffie in de hand. Verder reis ik in mijn gedachten en in mijn hart. In de onbegrensdheid van het gebed ontmoet ik daar onze kinderen, kleinkinderen en vrienden. Daar omhelzen we elkaar, de 1,5 meter grens hartstochtelijk overschrijdend.
Anoniem leed heeft een gezicht
Het is inmiddels de derde week dat ik vanuit mijn huis aan het werk ben. Ik heb een zekere regelmaat gevonden en ogenschijnlijk lijkt het thuiswerken heel relaxed. Regelmatig heb ik via internet contact met studenten en collega’s, ik drink een kop koffie met mijn echtgenote en maak af en toe een wandeling. Buiten schijnt de zon, de natuur staat op het punt om voluit te gaan bloeien en groeien. Het zoomen van een hommel maakt het zelfs al wat zomers. Toch hangt er een grote schaduw over dit zonnige geheel. Wij hebben voorlopig allemaal “huisarrest” en moeten uit zorg voor elkaar en voor onszelf in onze huizen en tuinen blijven zitten. Op Facebook vermaken we ons met het delen van jeugdfoto’s, onze lievelingsmuziek en allerlei andere onschuldige spelletjes of wij verliezen ons in de eindeloze tijdlijnen en reageren op elkaar in zinloze discussies.
Ik heb besloten om nog maar één keer per dag naar het nieuws te kijken. Een overdaad aan informatie maakt mij in ieder geval niet gelukkig. Tegelijkertijd blijven er berichtjes van kinderen en vrienden binnenkomen. Over drie weken verwachten onze jongste zoon en zijn vrouw hun eerste kindje. Wat kijken wij hier naar uit! Op dit moment verlangen wij er naar dat we het kindje in onze armen kunnen houden maar beseffen dondersgoed dat we wellicht al blij mogen zijn als we het gewoon real life kunnen zien.
Nederland ligt door heel deze situatie plat en dit heeft een enorme impact op ons leven. De wetenschap dat dit niet alleen ons hier in Nederland treft maar dat dit wereldwijd een probleem is, biedt weinig troost. Sterker nog, wij zijn enorm geschrokken van berichten van vrienden uit Uganda. In eerste instantie kon ik de verhalen en beelden niet geloven en hoopte ik met heel mijn hart dat het fake nieuws zou zijn. Maar voor deze realiteit heb je geen ziekelijke fantasie nodig, het blijkt werkelijk zo erg te zijn.
Een Ugandese vriend van ons vertelt hoe hij nu vast zit in het dorpje van zijn ouders in het Zuid-Westen van Uganda. Een dag reizen vanaf Kampala waar hij studeert. Al het transport (zowel openbaar vervoer als privé vervoer) is verboden. Mensen mogen niet naar buiten, zelfs het kopen van eten is een gevaarlijke onderneming. Mensen die noodgedwongen de straat opgaan om eten voor hun gezin of voor zichzelf te kopen worden regelmatig met stokken geslagen door de politie en de militairen. Er is een avondklok ingesteld en de straten van Kampala lijken volgens ooggetuigen op een oorlogsgebied. Onze vriend zit in een relatief rustig dorpje in de bergen aan de grens met Rwanda maar hij en zijn familie maken zich grote zorgen over het jongere broertje. Hij bleef namelijk achter in de buurt van Kampala. Een paar maanden geleden was hij bij zijn oudere broer gaan wonen, om naar de secondary school te gaan. Een optimistische goedlachse tiener die naar de grote stad is gekomen om te werken aan zijn toekomst. Om reiskosten te besparen was hij vorige week maar niet met zijn broer meegegaan, deze zou immers na 4 dagen weer terugreizen naar de hoofdstad. Nu zit deze tiener alleen in een vreemde stad die compleet op slot zit en waarin iedereen bang is voor de ander. Gisteravond hadden ze heel even telefonisch contact met elkaar en vertelde de jongere broer huilend dat hij honger heeft maar niet de straat op durft vanwege het geweld van de politie.
Met tranen in onze ogen laten wij dit verhaal tot ons doordringen. Ik besef dat er ontelbaar veel mensen zijn die op dit moment in angst leven en niet weten hoe de nabije toekomst eruit ziet. Wij zijn verdrietig en verward doordat ons leven zo ingrijpend is veranderd de laatste weken. Al onze plannen richting de toekomst lijken te verdampen. Ons kleine leed en onze kleine verliezen concurreren met het grote verdriet en het grote verlies. Ik merk dat ik al dagen rondloop met tranen achter en in mijn ogen. Een groot deel van de tijd laat ik deze tranen naar binnenlopen en zo langzamerhand begin ik er in te verdrinken. Er is zoveel anoniem leed, zoveel angst zonder naam en gezicht, mijn hart kan het niet bevatten en het liefst zou ik het willen ik vergeten. Het liefst ga ik naar buiten en kijk hoe de voorjaarszon fleurig op de bloeiende tulpen schijnt. Maar steeds weer gaan mijn gedachten en mijn hart weer uit naar die jongen die eenzaam op de betonnen vloer van zijn kale kamertje zit. Met angst in het hart en honger in de maag. Anoniem leed heeft een naam en een gezicht. Deze jongen heeft een naam en een gezicht, hij heeft ouders die enorm bezorgd zijn en niet weten wat ze moeten. En ook wij weten het op dit moment niet. We bidden voor hem, we bidden voor elkaar wetende dat er bij God geen anoniem leed bestaat, Hij kent onze tranen, Hij bewaard ze allemaal in een kruik. (Psalm 56 vers 9)
Dit virus raakt ons allemaal maar opnieuw wordt op een hele pijnlijke manier duidelijk dat als er ergens een crisis uitbreekt dat de meest kwetsbare mensen het hardst getroffen worden.
Vriendschap is een huis dat je samen bouwt en waarin het goed toeven is!
Vorig jaar las ik het boek “De acht bergen” van Paolo Cognetti. Een prachtig boek waarin het thema vriendschap heel mooi beschreven wordt. Afgelopen week sprak ik bij een groep mannen van de Lions Club in Sneek over het thema "Vriendschap". Met het volgende citaat sloot ik af:
Het middelpunt van míjn wereld was in die jaren het huis dat we samen hadden gebouwd. Ik bracht er lange periodes door, van juni tot oktober, en af en toe nam ik er vrienden mee naartoe, die er meteen verliefd op werden, en zo verkreeg ik daar boven het gezelschap waar het me in de stad altijd aan had ontbroken. Doordeweeks was ik alleen, ik las, schreef, hakte hout en zwierf over de oude paden. Eenzaamheid werd een vertrouwde toestand voor me. Fijn, tot op zekere hoogte. Maar ’s zomers was er op zaterdag altijd wel iemand die me kwam opzoeken, en dan leek het huis niet langer op een kluizenaarshut en werd het een van de berghutten waar ik ooit met mijn vader kwam. Met wijn op tafel, een brandende kachel, vrienden die tot ’s avonds laat zaten te bomen en het gevoel ver weg te zijn van de bewoonde wereld dat ons voor één nacht verbroederde. De hut koesterde zich in het vuur van die intimiteit, en ik had het gevoel dat die er tussen twee bezoeken door de gloed van vasthield.
Dit vind ik een prachtig beeld van vriendschap. Een huis dat je samen hebt gebouwd, een huis waarin je goed alleen kunt zijn, want je weet dat die ander er hoe dan ook is. Een huis waar je welkom bent en waar je met vreugde de ander kunt verwelkomen. Een huis met een brandende kachel, een grote tafel, met brood en wijn waar ook andere vrienden met alle gemak kunnen aanschuiven.
Wat dit betreft is vriendschap voor mij ook een prachtig model voor hoe onze samenleving vorm gegeven zou kunnen worden. Een huis waar voldoende ruimte is voor iedereen, waar je in alle vrijheid kan geven wat je eigen is en kunt ontvangen wat nieuw en vreemd is, waar je geheimen kunt delen maar waar je bepaalde zaken ook met alle liefde voor je mag houden. Er is wederzijdse openheid en respect. Een plek waar mensen niet naar elkaar omzien vanuit plicht en schuld maar waarbij je vanuit een volwassen besef van verantwoordelijkheid elkaar recht doet en waardoor we tot recht komen.
Het verlangen naar de held
De afgelopen dagen waren we in Fryslan getuige van een bijzonder fenomeen. Duizenden maar dan ook duizenden mensen trokken langs de route van de Elfstedentocht. Langs rietkragen, op bruggen en vanaf bootjes werd er gejuicht en geroepen. Niet naar duizenden schaatsers die strijden met elkaar en met de elementen van sneeuw en ijs, niet naar voetballers die tactisch het andere team proberen te verslaan, nee wij staan te juichen omdat één man het onmogelijke doet!
Met verwondering heb ik gekeken naar al die mensen die deze eenzame zwemmer aanmoedigen. Van jong tot oud; een vrouw op leeftijd achter een rollator, jolige kerels die op en onder bruggen zitten met flessen bier in hun handen, hele gezinnen die al picknickend wachten tot hun held voorbij komt. Deze held, Maarten van der Weijden zwemt namelijk de onmogelijk afstand van bijna 200 km. Waarom doet hij dit? Hij doet dit omdat hij het moet doen en hij doet dit omdat hij ontdekken wil of hij het kan. Hij zwemt omdat hij geld wil inzamelen voor onderzoek en bestrijding van de gevreesde ziekte kanker. Een ziekte die hem als jongeman getroffen heeft maar die hij overwonnen heeft.
Wat maakt dat Maarten ons zo fascineert en inspireert? Deze “held” laat ons zien waartoe een mens in staat is, deze man laat zien wat mogelijk is als je werkelijk wilt strijden voor iets goeds!
Ergens diep in ons hart leeft dat verlangen om een verschil te maken in deze wereld. Wie heeft als kind niet gedroomd om de held te zijn in een bijzonder verhaal! Volgens de oude Grieken kenmerkt een held zich door drie dingen: vaardigheid, kracht en compassie!
Dit zien we ook bij Maarten, hij is ongelofelijk sterk en een super vaardige zwemmer maar wat ons vooral raakt is zijn toewijding en compassie!
Is dit slechts voor enkele grote helden weggelegd? Absoluut niet. Natuurlijk is hij uniek in zijn soort maar met zijn monstertocht daagt hij ons allemaal uit om onszelf af te vragen, welke kracht is mij gegeven, waar ben ik vaardig in en naar wie gaat mijn hart naar uit! Maarten zwemt dagen achter elkaar om dat zijn hart uitgaat naar al die mensen die lijden aan kanker. Hij zet zijn kracht en vaardigheid hiervoor in.
De wereld ziet reikhalzend uit naar “helden”, naar mensen die vanuit hun hart het goede kunnen en willen doen.
Volgend jaar ga ik met een groep mensen naar Oeganda, wij willen daar onder zware en bijzondere omstandigheden een Muskathlon Vierdaagse gaan wandelen voor Compassion, een organisatie die armoede bestrijdt en kinderen en gezinnen hoop voor toekomst wil geven. Dit vraagt kracht, uithoudingsvermogen en vooral compassie! De deelnemers gaan niet alleen een fysieke uitdaging aan maar nemen ook ieder minimaal €10.000 aan donaties per persoon mee voor dit goede doel.
Kun jij wandelen? Ben jij een doorzetter en een volhouder? Heb jij het hart van een held? Geloof jij in een hoopvolle toekomst. Sta op en ga lopen voor de kinderen in armoede, zet jouw kracht en vaardigheid in? Ga met ons mee! Meld je aan via www.muskathlon.com zie bij Oeganda 2020.
Bestemming: man-zijn
"Your destiny doesn’t already exist waiting for you, your destiny is waiting for you to be created." - Erwin McManus
"How to be(come) a man?" is het thema van de eerst volgende Zwerftocht die het team van Salvation4Men Zwerftochten Noord NL op 10 november organiseert.
Hoe ben ik op de juiste manier man? Hoe word ik een man? Wonderlijke vraag eigenlijk, want worden we niet automatisch mannen als we als jongetjes geboren worden? Zijn jongetjes niet voorbestemd om man te worden?
Dat hangt ervan af hoe je tegen het begrip 'bestemming' aankijkt. Sommige mensen spreken over hun bestemming zoals je over bestemming spreekt als je in een trein stapt. Als ik bijvoorbeeld naar Utrecht wil dan stap ik in de trein met bestemming Utrecht en dan ga ik er vanuit dat ik er dan wel kom (mits er niet gestaakt wordt of blaadjes op het spoor liggen). Bij bestemming in het leven ligt het volgens mij anders. Onze levensbestemming is niet iets dat al klaar ligt te wachten op ons, het is ook geen land of stad waar we naar toe gebracht worden. Jouw bestemming als man, jouw roeping als mens is een verhaal dat je zelf mag schrijven, het is een pad dat wandelend gemaakt wordt. Dit verhaal schrijf je natuurlijk niet alleen. Het is zoals een document in Google drive waar je met verschillende mensen aan kunt werken. Op een bepaald moment heb jij rechten gekregen om er in te werken en jij geeft aan anderen rechten om er wel of niet in te schrijven. Het verhaal is al begonnen voordat jij er was. Je ouders hebben er aangeschreven, je familie, je vrienden, de omstandigheden in de wereld waarin je leeft. Onze bestemming en ons man/mens-zijn is hierdoor een co-creatie van vele auteurs. Dit alles geïnspireerd door de grote Auteur, God zelf. En jij bent op dit moment degene die bepaald hoe het volgende hoofdstuk van jouw levensverhaal eruit gaat zien! Dit is jouw verhaal!
We zeggen wel eens tegen elkaar dat God een plan heeft voor ons leven! Dit is een geruststellende gedachte waarbij we heel vroom kunnen gaan wachten tot Hij dit plan gaat uitvoeren. Maar een plan is als een routekaart het laat zien waar je langs kunt lopen. Maar het brengt je er niet. Jij zult zelf de wandelschoenen moeten aan doen! En op het moment dat jij gaat lopen kom je tot jouw bestemming.
How te be a man? Hoe wil jij man zijn?
De 4e Musketier - Een beweging van zachte kracht!
Het is zaterdag 20 januari 2018, ik sta langs één van de wanden van een enorme hangar op Vliegveld Twente. In hangar 11 staan vandaag geen gevechtsvliegtuigen die operationeel zijn maar er zijn wel ruim 1300 enthousiaste en verwachtingsvolle mannen die helemaal klaar staan voor wat komen gaat! Voorin de zaal staan op het grote podium drie flinke schermen waarop indrukwekkende beelden voorbij flitsen. Hoogtepunten van 10 jaar 4e Musketier! Ik zie mannen met fakkels in een donker bos in de Belgische Ardennen, mannen die in een lang lint achter elkaar aan een berg opklimmen in de Schotse Hooglanden, ik zie kleine tentjes in de sneeuw en kerels die elkaar lachend op de schouders slaan. Ik zie ook mannen en vrouwen die huilend en strompelend over de finish komen in Uganda. Ik zie dansende kinderen en ontroerde ouderen die de Muskathleten toejuichen en aanmoedigen. Wandelaars die diep in de nacht starten met de tocht van hun leven! Herinneringen, gedachten en gevoelens tuimelen over elkaar heen. Ik merk dat deze beelden met diep raken. Met kippenvel op mijn armen en vochtige ogen aanschouw ik deze beeldende start van het jaarlijkse Event van de 4e Musketier.
Januari 2012, ik ben door mijn schoonzoon Luuk en wandelvriend Daniel uitgenodigd om mee te gaan naar het event van de 4e Musketier ergens in Twente. Ik herinner mij dat ik met enigszins ambivalente gevoelens dit mannen fenomeen waarnam. Mijn echtgenote Riemke had mij al eens geattendeerd op deze organisatie. Maar met een bijbel in de hand door een rivier lopen leek mij in eerste instantie niet zo heel handig. Maar mijn scepsis maakte in de loop van de dag plaats voor verbazing en een grote nieuwsgierigheid. Toen ik ’s avonds naar huis reed wist ik zeker dat ik me hoe dan ook ging opgeven voor een zogenaamd Karakterweekend in de Ardennen.
De 4e Musketier bestaat tien jaar. Een vrienden initiatief die het leven van duizenden mannen en daarmee ook duizenden vrouwen en kinderen gigantisch op de kop gezet heeft. Een beweging van Gods Geest door mannenvriendschappen heen. Jezus noemt zijn leerlingen op een bepaald moment zijn vrienden. Dit is de manier waarop God werkt! Hij werkt door vriendschapsrelaties heen. Soms hoor je ouders wel eens zeggen dat hun kind teveel beïnvloed wordt door vrienden. Hun eigen kind is zo slecht nog niet, maar ja hij heeft verkeerde vrienden. Wat ik bij de 4e Musketier zie is het tegenovergestelde. Allemaal hele gewone kerels die op een of andere manier tot hele bijzondere daden komen doordat ze beïnvloed worden door vrienden. Deze vriendschapsbeweging heeft bij mij een heilige onrust teweeggebracht die voorlopig nog niet te stoppen is!
Tijdens het avondprogramma nemen we afscheid van drie van de pioniers van de beweging. Henk Stoorvogel vertelt zichtbaar ontroerd hoe dankbaar hij is voor de avonturen die ze met elkaar beleefd hebben. Op de achtergrond zie ik een grote groep mannen die getuige zijn van dit kwetsbare moment. Het minutenlange applaus en de staande ovatie laat zien dat niet alleen Henk dankbaar is. Dit groepje leiders weet maar half hoeveel invloed ze hebben gehad op de levens van mannen. De vriendschap van deze mannen is een zegen die nog heel lang doorwerkt!
Ik herinner me dat ik destijds best wel even twijfelde of zou meegaan naar deze ‘mannendag’ in Twente. Wat ben ik blij dat ik dit wel gedaan heb. Wat een geluk dat Gods Geest mij destijds heeft verleid om me aan te melden. Hij zag namelijk toen al de beelden die ik vanmiddag weer in een flits voorbij zag komen. Hij zag mij lopen in de regen in de Ardennen, hij zag de vriendschappen die daardoor zouden ontstaan. Hij zag dat de ‘kleine jongen’ in mij eindelijk mocht ervaren dat hij ook door kerels geliefd en gewaardeerd word! Hij zag de volwassen man die het aandurft om als spreker op te staan en Gods woord te gaan delen. Ik denk aan de spreekbeurten en de ontmoetingen op de meest bijzondere locaties; op een berg in Schotland; bij een vervallen boshut in de stille bossen van Noorwegen; midden in de nacht bij een ijskoud meer in de Schotse Hooglanden; tussen de muren van een eeuwenoud kasteel en angstig zwetend op een steile klif op Kreta. God zag de uren van wandelen en hardlopen voor gerechtigheid; de ontmoetingen met zoveel mooie mensen en de ongelofelijke avonturen die ik mee mocht maken. Het moment dat Riemke en ik voor het eerst ons sponsorkind Rodgers omarmen. Het moment waarop we het breed lachende gezicht van onze sponsordochter Esther opnieuw zien! Wat een belevenissen! Aan de ene kant de confrontatie met armoede en onrecht en tegelijkertijd de enorme schoonheid van de Afrikaanse natuur. Barrières en blokkades zijn geslecht en angsten overwonnen, mijn onzekere kant is bemoedigd, mijn avontuurlijke kant uitgedaagd en mijn scepsis is voorgoed verandert in verwondering!
Tijdens het avondprogramma spreekt Jeroen, de leider van de Kingsmen (het Rooms Katholieke broertje van de 4e Musketier) over ‘zachte kracht’. Wat is dit een mooie uitdrukking en wat past deze uitdrukking goed bij de 4e Musketier. Zachte kracht in plaats van passieve zachtheid of dominante kracht. Een paar jaar geleden typeerde ik de 4e Musketier als een beweging van kwetsbare helden. Dit sluit helemaal aan bij het begrip ‘zachte kracht’. Het is mijn verlangen en mijn wens dat ik deze beweging van ‘zachte kracht’ nog jaren mag dienen. Een beweging die mannen helpt op op een mooie manier meer man te worden. Een beweging die ons uitnodigt en uitdaagt om deze zachte kracht in onszelf te ontdekken, te verdiepen en te versterken!
Voor meer informatie over de 4e Musketier klik hier!
In een ogenblik zie je de ander
Gisteren heb ik samen met een goede vriend een bezoek gebracht aan Kampen. Het is een goede gewoonte geworden om op de grens van het oude jaar een dag samen iets te doen. Vandaag dus een bezoek aan het stadje Kampen. Deze bij uitstek Protestantse Hanzestad aan de IJssel herbergt namelijk een bijzonder museum. Grenzend aan de Hervormde Broederkerk kun je in een bescheiden museum een collectie Ikonen bewonderen. Vanuit druilerige en kleurloze straten stappen we ineens in een mysterieus Oosters Orthodoxe wereld vol met kleurrijke beelden. De intense kleuren van de Ikonen zijn hartverwarmend tijdens deze sombere grijze dagen. Het is 30 december en dit jaar lijkt al haar kleur verbruikt te hebben.
Op de vele houten panelen staan allerlei situaties afgebeeld. Levensverhalen van gelovigen, verhalen die vertellen hoe God op bijzondere wijze werkt in het leven van mensen. Ergens lijken het een soort stripverhalen uit een andere tijd en tegelijkertijd is het een ontroerend mooie verbeelding van een niet aardse realiteit.
Ik heb een wat ambivalente relatie met Ikonen. Aan de ene kant vind ik ze mooi en bijzonder en aan de andere kant vind ik ze vreemd en soms zelfs ronduit kitscherig. Ik besef dat ik met deze laatste uitspraak waarschijnlijk bepaalde mensen kwets. Laat ik me daarom vooral richten op het mooie en bijzondere. Ikonen worden ‘vensters op de eeuwigheid’ genoemd. De afbeeldingen van Jezus, Zijn moeder Maria, van de Apostelen en bijzondere heiligen geven als het ware een doorkijkje op een andere werkelijkheid. Ik kijk naar het rood, oranje en goud en voel warmte en licht mijn wereld binnenstromen.
Ik heb begrepen dat het bij Ikonen niet zozeer gaat om het object op zichzelf maar om de persoon die weergegeven wordt op de Ikoon. Het voorwerp wordt niet aanbeden maar de afgebeelde persoon wordt vereerd! Het lijkt wellicht vreemd als een gelovige tijdens een Orthodoxe dienst een Ikoon kust. Maar wie heeft nog nooit een kus gegeven op een foto van een geliefde? Met name als deze afbeelding op dat moment de brug is tussen jou en de ander.
Een foto, een afbeelding maakt zichtbaar wat op een bepaald moment niet zichtbaar lijkt te zijn. We hebben het nodig om het onzichtbare zichtbaar te maken. Tijdens de Kerstdagen hebben we stil gestaan bij de geboorte van Jezus Christus. De onzichtbare God laat Zichzelf zien in Zijn zoon Jezus. Beeld van God de onzichtbare is Hij!
Thuis gekomen steek een kaarsje aan voor de Ikoon van Jezus Christus. Een Ikoon die ikzelf jaren geleden geschilderd heb. In de stilte van de avond kijk ik naar Hem en Hij ziet naar mij. Onze ogen raken elkaar in een stille dialoog. Zie je, Ik zie je!
Afgelopen mei was ik met een groep mannen op het Griekse eiland Kreta. Tijdens een weekend van de 4e Musketier deden we een bijzondere oefening. We werden uitgenodigd om gedurende 4 minuten de man tegenover ons in de ogen te kijken. Alleen maar kijken, niet reageren, niet spreken maar slechts onbevangen de ander aanschouwen. 4 minuten zijn niet extreem lang maar deze 4 minuten waren wel bijzonder diep. Net als bij een Ikoon werd er iets zichtbaar van wat anders vaak onzichtbaar blijft. In één ogenblik zie je de ander en word je werkelijk gezien. Dit alles dankzij onze ogen, de vensters van onze ziel. Het is bijzonder en ontroerend om te ontdekken hoeveel er zichtbaar wordt als je onbevangen en zonder oordeel waarneemt.
Ikonen laten iets zien van een werkelijkheid die niet zichtbaar is. De afbeeldingen op de Ikonen zijn niet realistisch. De afgebeelde mensen zien er niet echt uit en zijn soms zelfs een soort karikatuur. Toch verwijzen ze naar een andere diepere en rijkere werkelijkheid. Wij zijn allemaal gecreëerd naar Gods beeld en gelijkenis. Zijn we daarmee perfect en volmaakt? Nee dat niet, want maar al te vaak ben ik een soort karikatuur. En toch zijn we geroepen om Ikonen van Christus te zijn. Dat als de ander mij ziet dat hij of zij iets ziet van Christus in mij.
Ik hoop echt dat mensen in het afgelopen jaar in mij iets gezien hebben van Jezus. Voor 2018 is het mijn verlangen dat wij voortdurend beseffen dat andere mensen een Ikoon van Christus zijn. Hartverwarmend, soms confronterend, soms verhuld en heel vaak een soort karikatuur maar toch Ikonen, vensters, doorkijkjes op een andere prachtige werkelijkheid.
Ik hoop je te zien in 2018. Een goed en gezegend 2018 toegewenst!
Lege handen kunnen veel ontvangen!
Onlangs las ik een blog waarin de schrijver verzuchtte dat er zo weinig geschreven wordt over hoe je als man je weg vindt in en door de zogenaamde midlife crisis. Ergens herken ik dit wel en ik voel mij in ieder geval uitgedaagd om hier iets over te schrijven.
Zelf ben ik inmiddels de leeftijd van de midlife crisis voorbij, althans dat vermoed ik wel. Volgens mij ben ik inmiddels gearriveerd in het landschap van de tweede levenshelft. Een landschap dat soms lijkt op een mooie zwoele zomeravond of op een kraakheldere namiddag in de winter. Waarbij de spanning van wat de dag gaat brengen en de druk dat er van alles moet gebeuren op een mooie manier is verminderd. Ook zijn er momenten dat het meer het karakter heeft van een troosteloze mistige dag waarbij de zon ergens anders lijkt te overwinteren. Maar hoe dan ook op de tweede helft van de middag kijk ik vaak met een mengeling van weemoed en dankbaarheid terug op wat de ochtend en de middag gebracht hebben. Ergens bekruipt mij het gevoel dat de dag voorbij is maar tegelijkertijd weet ik dat er nog vele uren komen! Bovendien is tijd een wonderlijk fenomeen. Soms lijkt het niet voorbij te gaan en soms is het zo vluchtig als water.
De midlife crisis wordt ook wel de “crisis van de beperkingen” genoemd. Deze crisis lijkt in mijn leven voorbij te zijn en er is nu een periode van acceptatie en aanvaarding aangebroken. Ik weet zo’n beetje wie ik ben, wat ik kan en vooral wat ik niet kan en wie ik echt niet meer kan en wil zijn. Ooit las ik dat mensen boven de vijftig over het algemeen op twee manieren reageren. Er is een groep die stiekem al een beetje de boel aan het opruimen is en eigenlijk al wat afscheid neemt van het leven en er is een groep die een geheel nieuwe weg inslaat en nieuwe dromen durft te dromen en nieuwe wegen gaat bewandelen. Ik hoop toch werkelijk dat ik bij deze laatste groep hoor.
Natuurlijk is het goed om bepaalde zaken op te ruimen en te los te laten. Het is heerlijk om bepaalde ambities te verliezen, laat een nieuwe generatie zich hier maar op stukbijten. Ik draag ze met liefde over en laat ze met vreugde los. Tegelijkertijd besef ik dat ik een tijd lang geleefd heb met de overtuigingen van de eerste groep. “Zorg ervoor dat je verschillende zaken voor je vijftigste bereikt hebt want anders hoeft het niet meer.” Een tijdlang was dit voor mij een soort sombere overtuiging. Vorig jaar heb ik mijn vader ingehaald qua leef-tijd en nog een paar jaar en ik zal ook ouder zijn dan mijn moeder ooit geweest is. Hun vroegtijdige vertrek uit de wereld heeft mijn visie op mijn eigen levensreis behoorlijk beïnvloed.
Op dit moment zit ik voor mijn gevoel in een soort tussenfase. Een lege ruimte, een open landschap. Bepaalde dromen, verwachtingen, verplichtingen heb ik losgelaten en op dit moment weet ik nog niet wat er gaat komen. Ik sta letterlijk met lege handen en wat is dat mooi! Want lege handen kunnen veel ontvangen en alleen een open hand kun je geven. In de afgelopen jaren ben ik heel wat overtuigingen kwijt geraakt. Zekerheden over God, mijzelf en die mooie wereld om ons heen. Soms mis ik ze, die krachtige zekerheden, zo had ik een Godsbeeld dat stond als een huis. De laatste tijd ben ik soms vergeten hoe dat huis er uitzag. Het mooie is wel dat ik er nu meer dan ooit in woon. Ik weet niet meer zoveel over God maar voel me meer dan ooit thuis bij Hem.
Deze tussentijd noemt men de liminele fase. Toch mooi dat zo’n verwarrende periode zo’n sjieke naam heeft. Een tijd waarin je het vertrouwde oude hebt losgelaten en waarbij het nieuwe nog onbekend is. Een fase die we over het algemeen niet echt waarderen terwijl er met een beetje geduld zoveel in te ontdekken is. Het liefst gaan we er zo snel mogelijk doorheen. Toch is het goed om er een tijdje in te verblijven. Het lijkt een beetje op wandelen in de mist. Een tijd geleden wandelende ik eens buitendijks op het wad. Ik had de dijk en het vaste land achter me gelaten en liep in de richting van de zee. De zee was niet te zien, ze was verborgen in het wit van de mist. Op een bepaald moment stond ik even stil, moe van het ploeteren door de zuigende blubber. Terwijl ik even op adem kom keek ik achterom. Alle vertrouwde contouren van het vaste land waren in nevelen gehuld. Ik bevond mij letterlijk in een grensgebied tussen land en zee, in een lege ruimte gevuld met licht en lucht. Even voelde ik paniek en onrust in mijzelf, mijn zintuigen raakten van slag door het “niets” dat overal aanwezig leek te zijn. Maar doordat ik niets meer zag en niks meer hoorde kon ik ineens heel dicht bij mijzelf blijven. Een tijdlang heb ik daar gestaan in een ogenschijnlijk leeg landschap en kon daar gewoon even “zijn”.
Terwijl ik daar in dit niemandsland stond “te zijn” ontdekte ik ineens een ruimte in mijzelf en ik besefte dat ik hier niet alleen was. Het is de ruimte waarin God Zelf voortdurend liefdevol fluistert: “Ik hou van je, blijf hier nog even en vind rust.” Een intens moment waarin de aanwezigheid van God in ons leven geen theologisch concept is, geen droge theorie maar een levende realiteit. Ongelofelijk dichtbij. Met mijn haren nat van de mist en mijn wangen rood van de koude nevel stond ik daar en Zijn realiteit raakte mij aan. In deze mist sta ik met open handen, in deze mist reikt Jezus mij zijn uitgestoken hand toe en zegt: “kom en wandel met mij!” Hij neemt mij bij de hand en nodigt mij uit om met Hem te dansen in de mist!
Afgelopen kerst hoorde ik tijdens een kerkdienst de prachtige uitspraak: “God danst in het gewone!” En het is tijdens zulke hele gewone alledaagse momenten dat wij uitgenodigd worden om te wandelen en te dansen en al dansend zal de mist verdwijnen!
Eerste zondag van Advent 2017 - Tijd voor nieuwe stappen!
Op 1 december 2007 ging ik van start met mijn Hulpverlening- en Coachpraktijk. Tien jaar lang heb ik het voorrecht gehad om met vele mensen in gesprek te gaan. Mensen die hun levensverhaal met mij deelden, hun zorgen uitspraken, verlangens onder woorden brachten en hun dromen gingen doen!
Nu is het tijd om hier een punt achter te zetten. Niet zozeer omdat ik zo nodig met deze gesprekken wil stoppen maar meer vanwege het verlangen dat ik heb om aan andere zaken meer tijd te besteden. Verlangens, dromen en ambities zijn het soort zaadjes die tijd, rust en ruimte nodig hebben om te ontkiemen, te groeien en te ontwikkelen.
Op mijn website staat al vanaf het begin van mijn praktijk de mijn verlangen beschreven:
“In verbondenheid zaaien, gezamenlijk groeien om als mens tot bloei te komen en vrucht te dragen.”
De ontmoetingen met mijn cliënten in de afgelopen jaren hebben mij enorm geholpen om als mens tot bloei te komen en vrucht te dragen. Ik heb mijzelf in mijn werken met mensen gegeven en heb tegelijkertijd enorm veel ontvangen!
Deze gesprekken zal ik zeker gaan missen maar ik weet dat er ook genoeg andere gelegenheden zijn om elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te gaan.
Ik wil mij in de komende tijd vooral gaan richten op het geven van spreekbeurten en verzorgen van trainingen en workshops. Daarnaast hoop ik dat ik in de komende jaren mijn gedachten en woorden zal opschrijven. Waarschijnlijk eerst vooral in blog vorm maar wellicht dat deze blogs ooit nog eens zullen uitgroeien tot een boek!
Ook kun je mij als vrijwilliger van de 4e Musketier tegenkomen tijdens Karakterweekenden of bij een Muskathlon en zal ik samen met de mannen van Salvation4Men regelmatig Zwerftochten voor mannen organiseren!
Bovendien geniet ik enorm van mijn werk als docent en trainer op de NHLStenden Hogeschool in Leeuwarden. Ik verzorg dat lessen en trainingen bij de opleiding Social Work en bij de post HBO-opleiding Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling.
Tot slot is het ook mijn verwachting en hoop dat wat extra tijd en ruimte mij nog meer de gelegenheid biedt om te genieten van mijn echtgenote Riemke, onze kinderen en kleinkinderen.
God is Degene die ons tijd en ruimte geeft om te leven. Tijd om stil te zijn zodat ik steeds beter zijn stem leer te verstaan en ruimte om in beweging te komen en de Ander te ontmoeten.
The Road goes ever on and on
Down from the door where it began.
Now far ahead the Road has gone,
And I must follow, if I can,
Pursuing it with eager feet,
Until it joins some larger way
Where many paths and errands meet.
And whither then? I cannot say.
Tolkien